Twee maanden lang hebben maritiem archeologen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed onderzoek gedaan naar het 17e-eeuwse scheepswrak BZN9. Er is onder water heel veel werk verzet en er zijn vondsten naar boven gehaald. Deze vondsten zijn door studenten in het Archeolab van Museum Kaap Skil verder onderzocht. Wat hebben de archeologen ontdekt? Dat vertelt Thijs Coenen op woensdag 26 juli van 19.30-20.30 in een gratis toegankelijke lezing bij Museum Kaap Skil.
Archeoloog Thijs Coenen was projectleider van de opgraving, die een vervolg is op de opgraving in 2021. In dat jaar is het voorschip onderzocht en is iets meer dan de helft van de vindplaats opgegraven. Omdat duidelijk was dat de vrijliggende delen in hoog tempo verspoelden, zijn na afloop verschillende delen van de vindplaats (opnieuw) afgedekt met steigergaas. De afgelopen twee maanden is het achterschip onderzocht, waarin onder andere de kruitkamer, etensvoorraden, de konstabelskamer en verblijfsruimten voor de hogere bemanning zaten.
In de lezing die Thijs bij aanvang van het project gaf, vertelde hij een aantal doelen te willen verwezenlijken. Een doel was om het vondstcomplex en informatie van de scheepsconstructie te behouden, voordat alles zou verdwijnen door natuurlijke erosie. Daarnaast hoopte hij meer te leren over straatvaarders, de schepen die via de Straat van Gibraltar handel dreven op de Middellandse Zee. De BZN9 was zo’n straatvaarder, wat onder meer blijkt uit de lading en de zware bewapening, die nodig was om kaping te voorkomen. Een andere doelstelling was het vergaren van meer kennis over het afdekken van wrakken ten einde ze in situ te behouden voor verval.
Thijs Coenen zal in zijn lezing op woensdag 26 juli vertellen hoe het onderzoek is verlopen, wat ze onder water hebben gedaan en gezien en wat de studenten bij het onderzoek naar de opgedoken vondsten uit het wrak hebben ontdekt. De lezing begint om 19.30, de deur van Museum Kaap Skil is om 19 uur open. Om er zeker van te zijn dat mensen de laatste boot nog kunnen halen, eindigt de lezing om 20.30, waarna er nog gelegenheid is tot het stellen van vragen. De toegang is gratis.