Niemand weet precies wanneer de eerste Oosterender visser met een flinke zak geld naar Makkum ging om daar op de werf een blazer te kopen. Wel is zeker dat hij had gehoord dat de Friese timmerlui een nieuw type visserschip hadden ontwikkeld. Voller en hoger gebouwd dan de Zuiderzeebotters, echt geschikt om de golven van de Noordzee aan te kunnen. En ze waren sneller dan de boten die daarvoor werden gebruikt voor de Noordzeevisserij.
In de daaropvolgende jaren werd de blazer hét Texelse vissersschip. De doorgaans rijkere Oosterenders kochten regelmatig een nieuwe, en de armere Oudeschilders deden het met de tweedehandsjes. Van 1880 tot 1940 lag de Skilder haven tjokvol blazers. Overigens werden de boten in de Texelse volksmond heel vaak ‘botter’ genoemd.
Het wrak van de originele TX11 staat in een historische wierschuur op het terrein van Kaap Skil. Je mag het aanraken.