De Portugezen hadden het al bewezen: je kon om de zuidpunt van Afrika heen naar Indië varen. En daar wachtte peper. Dat was in die tijd bijna net zo veel waard als goud. Amsterdamse kooplieden richtten de ‘Compagnie van Verre’ op. Deze compagnie stuurde vier schepen, waaronder de Duyfken, onder aanvoering van Cornelis de Houtman, op expeditie ‘om de zuid’. Twee jaar later keerden de schepen terug op de Reede van Texel.
De bemanning had scheurbuik geleden, stormen overleefd, Kaap De Goede Hoop gerond en bloedige strijd geleverd met Portugezen en Indonesiërs. Maar ze hadden 245 zakken peper, 45 tonnen met kruidnagelen en 30 balen foelie aan boord. En de grondslag voor het Aziatische handelsnetwerk van Nederland was gelegd.
De Duyfken was het snelle verkenningsschip van de vloot. Het was een pinas. Misschien een wat vreemde naam voor een snelle, goed bewapende oceaanzeiler. Ook onder piraten waren de pinassen favoriet vanwege hun gunstige zeileigenschappen. Tot ongeveer 1670 zouden er nog pinassen vertrekken van de Reede van Texel. Op de maquette zijn er drie te vinden.