Hoogstwaarschijnlijk was het de Pieter Antony. Het lag klaar op de Reede voor de overtocht naar Suriname. In het ruim tonnen vol gereedschap en materiaal dat gebruikt werd bij de aanleg van plantages, maar ook veel aardewerk.
Tussen 1680 en 1750 hadden de Hollanders veel geld verdiend met de slavenhandel. Via handelsposten langs de West-Afrikaanse kust werden tienduizenden Afrikanen als levende handelswaar vervoerd naar Latijns-Amerika. Na 1750 werden de Hollanders echter vrijwel helemaal weggeconcurreerd door de Portugezen en de Engelsen. Maar er waren nog wel plantagearbeiders nodig in Suriname. Die werden doorgaans op Curaçao gekocht van de Portugese handelaren.
De resten van dit schip worden nu het Schervenwrak genoemd. In de collectie van Kaap Skil zijn veel aardewerk-fragmenten te zien, en ook een ton vol met aan elkaar vast geroeste ijzeren schephoofden: gereedschap voor de plantagearbeiders.