Als archeoloog zit je altijd in het verleden te graven. Soms letterlijk, maar vaak ook figuurlijk. Het leukste is, om daadwerkelijk een archeologische vondst in handen te hebben. Wat een geluk dat dit gewoon mijn werk is, zowel in Museum Kaap Skil als bij mijn werkgever Archeologie West-Friesland! Soms is een vondst een cruciaal puzzelstukje dat een complete geschiedenis blootlegt. De tentoonstelling Wereldreis bij Museum Kaap Skil zit vol met zulke puzzelstukjes.
In Wereldreis vaar je mee met schepen van de late 16e tot en met de vroege 19e eeuw. Vanaf Texel voeren Nederlandse handelsschepen naar alle windstreken en weer terug. Dankzij historische documenten weten we veel over de wereldwijde handel van toen. Wat er waar werd verhandeld, welke soort schepen werden gebruikt, hoeveel bemanning erop zat, dat soort dingen. Toch gaat het pas echt leven als je er tastbaar bewijs van in handen hebt. Dat hebben we, dankzij vele opgedoken objecten uit scheepswrakken uit die tijd!
Texelse sportduikers hebben sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw ongelooflijke hoeveelheden spullen gevonden in de eeuwenoude scheepswrakken die bij Texel op de zeebodem liggen. Veel te veel om allemaal te laten zien! In Wereldreis zie je een selectie van deze opgedoken voorwerpen die specifiek iets vertellen over de scheepvaart naar een bepaalde windrichting. Zo vind je bijvoorbeeld de vondsten uit het Schervenwrak in ‘het westen’. Dat schip had namelijk als bestemming de suikerplantages van Suriname, alleen is het nooit aangekomen.
Het Schervenwrak dankt zijn naam aan het feit dat er enorm veel gebroken aardewerk en glas in werd aangetroffen. Daarnaast haalden de duikers er objecten uit die duidelijk bestemd waren voor het werken op plantages in de vroegere koloniën: kapmessen, spades en hakken. Andere spullen waren meer bedoeld om het verblijf in de tropen zo aangenaam mogelijk te maken, zoals parasols, mooi serviesgoed en flessen jenever. Hieruit blijkt heel duidelijk de scherpe scheidingslijn tussen de levens van de tot slaaf gemaakten en die van de welgestelde eigenaren van de suikerplantages. Letterlijk twee werelden in één wrak.
Uit verschillende vondsten uit dit wrak bleek dat het schip precies tweehonderd jaar geleden is gezonken. Uitgebreid archiefonderzoek heeft een mogelijke kandidaat aangewezen: De driemaster Pieter Anthony. Dit schip vertrok in november 1822 vanuit Amsterdam. Het vervoerde spullen voor de bevoorrading van en het leven en werken op een suikerplantage. De reis kwam echter in december bij Texel al ten einde: de Pieter Anthony sloeg lek op een zandbank. Er kleeft dus geen bloed aan de gevonden objecten, maar ze illustreren wel heel tastbaar de zwarte kant van Nederlandse ondernemersgeest. Het onderdeel ‘het westen’ is daardoor misschien wel het meest indrukwekkend van de tentoonstelling Wereldreis. Je hoort er een slavenlied, een animatie toont het werk op een suikerplantage en de archeologische wrakvondsten vullen het verhaal aan. Echt de moeite waard om rustig de tijd voor te nemen!