Hij was voorzitter sinds de oprichting van de Stichting tot Behoud van Molen De Traanroeier, maar nu neemt hij dan toch afscheid. Alfred Schaatsenberg heeft de voorzittershamer na 25 jaar neergelegd. De andere bestuursleden bedanken hem voor een kwart eeuw inzet voor het meest beeldbepalende monument van Oudeschild.
Oudeschild in actie
De Traanroeier heeft een bewogen geschiedenis, waar Alfred een flink deel van heeft meegemaakt. In de zestiger jaren was de graanmolen omgebouwd om elektriciteit op te kunnen wekken. De PEN, het latere NUON, was toen eigenaar van De Traanroeier. De nieuwe functie bleek geen succes en de molen stond langdurig stil. Vanuit Oudeschild is, op initiatief van Bert Koning, een actie gestart om de molen weer te laten draaien. Ook de directie van het toenmalige Maritiem & Juttersmuseum was daarbij betrokken, aangezien de molen op het terrein van het museum staat.
Stichting opgericht
In 1998 trok een groep Oudeschilders, waaronder Alfred, naar Alkmaar om de zaak van De Traanroeier bij het hoofdkantoor van NUON te bepleiten. NUON bleek bereid de molen terug te verbouwen tot functionerende graanmolen, onder voorwaarde dat hij in eigendom zou komen van een aparte stichting. Zo werd de Stichting tot Behoud van Molen De Traanroeier opgericht, voor het gemak afgekort tot Stichting De Traanroeier. Alfred nam vanaf het begin de rol van voorzitter op zich.
Zorgen om de molen
Naast Alfred maakt ook Koos Zegers vanaf de oprichting van de stichting deel uit van het bestuur. Nu Alfred afscheid heeft genomen, zijn er gelukkig twee nieuwe Oudeschilders toegetreden tot het bestuur: Willem Keijzer en Lard Plasmans. Alfred had de molen graag in optimale staat overgedragen, maar moet helaas constateren dat dit niet het geval is: “Juist de laatste tijd komen er opeens allemaal gebreken aan het licht. Zowel de omloop als de wieken baren zorgen. Reparaties kosten ontzettend veel geld, dus het wordt een flinke kluif voor het bestuur om voldoende fondsen te vinden. Ik wens ze heel veel succes ermee, want het zou toch doodzonde zijn als onze molen voorgoed stil komt te staan.”