De Amste-lant was een pinas. Pinassen waren snelle, goed bewapende zeezeilers met behoorlijk veel laadvermogen. Vanwege die eigenschappen waren pinassen ook populair onder zeerovers.
De Amste-lant was 40 meter lang en 9,5 meter breed. Ze werd in 1660 gebouwd in Amsterdam, in opdracht van de VOC. In 1665 keerde een vloot van tien Oost-Indiëvaarders terug naar Nederland. Het was de rijkste VOC-retourvloot die ooit vanuit Batavia naar Holland voer. Door dreiging van een nieuwe oorlog tussen Engeland en de Republiek der Nederlanden week de vloot uit naar Bergen in Noorwegen. Daar werd de VOC-vloot op 12 augustus 1665 aangevallen door de Engelsen. Onder leiding van Commandeur Pieter de Bitter en met steun van de Denen, een gunstige aflandige wind en motregen kon de VOC de aanval afslaan. In oktober waagde de VOC-vloot de terugtocht naar de Reede van Texel. Helaas kwam de vloot daarbij op 25 oktober in een vliegende storm terecht. De Amste-lant en een ander schip vergingen voor de kust van Terschelling.
Het model is gebaseerd op een pentekening van Willem van de Velde de Oude. De Amste-lant ligt gekrengd op de Reede van Texel. Na de terugtocht uit Batavia is de bemanning afgemonsterd, de lading van het schip gehaald en de tuigage verwijderd. Nu het schip leeg is kunnen de timmerlieden de scheur in de scheephuid repareren door de beschadigde gang te vervangen. De werkzaamheden aan het schip trekken natuurlijk kijkers op het strand.