Een schip vol scherven en spullen om een plantage mee op te bouwen. Dit troffen duikers in 2005 aan in de Waddenzee. Zij gaven het wrak de toepasselijke naam Schervenwrak. Bij Museum Kaap Skil is vrijdag 13 juli een nieuwe tentoonstelling geopend over het Schervenwrak, de vondsten en het archeologisch en historisch onderzoek. De ondergang van de Pieter Anthony. Vondsten uit het Schervenwrak werd geopend door duiker Carl van Dijk en archeoloog Wytse Stellingwerf.
Het Schervenwrak spreekt enorm tot de verbeelding. Naast duizenden scherven haalden de duikers er objecten uit die duidelijk bestemd waren voor het leven in de jungle: kapmessen, spades en dissels. Andere vondsten waren meer bedoeld om het verblijf in de tropen zo aangenaam mogelijk te maken, zoals parasols, mooi serviesgoed en flessen jenever.
Aan de hand van de vondsten en uitgebreid historisch speurwerk is gebleken dat het Schervenwrak hoogstwaarschijnlijk de Pieter Anthony was. Dit schip vertrok in 1822 vanuit Amsterdam met eindbestemming Suriname. Het vervoerde spullen voor het bouwen van en leven op een plantage. De reis kwam echter al snel ten einde; de Pieter Anthony sloeg lek op een zandbank bij Texel. De details van de ondergang van de Pieter Anthony zijn beschreven in historische documenten. In de tentoonstelling worden de vondsten van de duikers gepresenteerd tegen de achtergrond van de geschiedenis van de lading en de ondergang van het schip.
De tentoonstelling werd geopend door duiker Carl van Dijk, auteur van het boek De schatten van het Schervenwrak en archeoloog Wytse Stellingwerf. Zij deden dit door samen met Corina Hordijk drie scherven bij elkaar te brengen. De ene was al een aantal jaar in het museum, de andere twee lagen bij duikers thuis. In het museum bleken ze perfect aan elkaar te passen; symbool voor de goede samenwerking tussen de diverse partijen die versterkend werkt.