In deze zware, met ijzer beslagen, kist werden de pachtinkomsten van de zogenaamde Wezenputten bewaard. Deze waterputten bij Oudeschild waren in het bezit van het weeshuis in Den Burg. Het water uit de putten was geliefd bij zeelui, omdat het door zijn hoge ijzergehalte lang houdbaar was. Schepen die zich op de Reede van Texel klaar maakten voor vertrek, sloegen er duizenden liters van in. De verkoop van het water leverde jaarlijks enkele honderden guldens op.
Voor verre reizen
Eén van de belangrijkste afnemers van het Wezenputten-water was de VOC. VOC-vloten die van Europa naar Batavia reisden, waren vaak zo’n acht maanden onderweg. Afhankelijk van de weersomstandigheden kon dit zelfs nog langer duren. Tijdens die lange reis kon er maar bij een handvol plaatsen gestopt worden om de voorraden aan te vullen. Het was dus van levensbelang om voldoende drinkwater mee te nemen, in ieder geval genoeg om de Kaap de Goede Hoop te bereiken. VOC-schepen die vanaf de Reede van Texel vertrokken, hadden daarom steevast zo’n 8.000 liter Texels water aan boord.
Bekijk ook
De geldkist is te bewonderen in de tentoonstelling Wereldreis. Hoe het watertransport in zijn werk ging, is te zien op de maquette van de Reede van Texel, in de kelder van het hoofdgebouw van Museum Kaap Skil. Je ziet er de ‘Skilsloot’ waardoorheen kleine schepen varen met vaten water richting de grote zeilschepen op de Reede.