De Waddenzee ligt vol scheepswrakken uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw. Duikers geven ze vaak een naam die verwijst naar de spullen die ze eruit hebben gehaald. Dat levert soms heel aparte namen op!
Burgzand vol wrakken
Het Burgzand, een regio ten oosten van Texel, was een belangrijk onderdeel van de Reede van Texel. Het was hier diep genoeg voor grote koopvaardijschepen, terwijl ze er ook enigszins beschut lagen. Texelse duikers hebben in dit gebied verschillende scheepswrakken gevonden én een naam gegeven. Zo is er het Piskruikenwrak, het Gele stenenwrak, Groot Leeg, het Watervatenwrak, het Pools kanonnenwrak en het Potterwrak.
Lading met een verhaal
De naam van een wrak verwijst niet altijd naar de belangrijkste of talrijkste lading. Bij het Twee kanonnenwrak werden er bij de eerste duiken twee gietijzeren kanonnen gevonden. Maar het Gele stenenwrak zat wel vol bakstenen. Bakstenen en dakpannen werden vaak als ballast meegenomen naar de landen langs de Oostzee, waar graan goedkoop was. Daar werd graan ingekocht en werden de stenen verkocht. Veel historische stadscentra in die regio zijn met Nederlandse bakstenen gebouwd! De naam van Groot Leeg is ook geen toeval. In dit wrak werd vrijwel niets aangetroffen; zelfs geen ballaststenen.
Eerst onderzoek
De wrakken krijgen soms pas een naam als er meer bekend is over de lading. Zo werd het Piskruikenwrak zo genoemd toen bleek dat in de verschillende kruiken die eruit kwamen een vloeistof zat die sterk naar urine rook. Urine werd in de textielindustrie gebruikt bij onder meer het vollen van wol. Het Watervatenwrak had misschien wel het Koffievatenwrak moeten heten. De houten tonnen waren aangezien voor watervaten, maar er zaten in werkelijkheid de resten van koffie- en cacaobonen in.
Het Palmhoutwrak
Een van de bekendste namen is die van het Palmhoutwrak, omdat daar de prachtige zijden jurk uit is gekomen. Het wrak heeft deze naam gekregen, omdat er een lading stammetjes bij is gevonden. Deze waren van buxushout, destijds een heel dure houtsoort. Buxus groeit langzaam, waardoor het hout heel hard is. Men noemde dit soort hout vroeger palmhout. Er werden allerlei duurzame en dure voorwerpen van gemaakt. Bezoekers van Kaap Skil vragen nog wel eens naar het ‘Jurkenwrak’, wat misschien wel een logischere naam was geweest. Het blijft voor ons toch echt het Palmhoutwrak.
Officiële namen
Vanuit de overheid (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) krijgen de wrakken ook een naam. Om verwarring te voorkomen, verwijzen die naar de vindplaats. Omdat er op eenzelfde locatie vaak meerdere wrakken liggen, eindigt de naam meestal op een nummer. Zo heet het Palmhoutwrak officieel BZN17: Burgzand_Noord 17.