Vroeger werden alle kleurstoffen uit natuurlijke bronnen gemaakt. Dit varieerde van stenen of mineralen die werden vermalen tot onderdelen van planten en zelfs dieren. Elke kleur en het materiaal waaruit de kleur werd verkregen had een andere herkomst. De pigmenten werden zowel voor de schilderkunst als het kleuren van textiel gebruikt. In de vondsten uit de scheepswrakken is hier nog van alles over terug te vinden.

Het rode lijfje uit het Palmhoutwrak (foto Provincie Noord-Holland)
Kleur uit hout
Er bestaan verschillende houtsoorten die, nadat ze zijn geraspt, kleur afgeven. Voorbeelden daarvan zijn blauw- en Brazielhout. Dit hout werd uit Midden- en Zuid-Amerika gehaald. In de tentoonstelling Wereldreis zijn stammen van beide verfhoutsoorten te zien, opgedoken uit een scheepswrak. Uit Brazielhout werd een oranjerode kleurstof verworven, uit blauwhout een paarsblauwe.
Purperslakken
De zeeslakken die in Wereldreis te zien zijn, zijn ook voorbeelden van pigmentbronnen. Het zijn purperslakken. Ze werden gebruikt om stof een mooie paarsrode kleur te geven. De slakken scheiden slijm uit een klier, dat bij blootstelling aan zonlicht purperblauw wordt. De kleurstof was geliefd en verschrikkelijk duur, aangezien er veel slakken nodig waren om een kledingstuk purper te verven. Deze kleur was dan ook voorbehouden aan koningen en kerkvaders.
Rood van luizen
De rode zijden kaftan en het lijfje die gevonden zijn in het Palmhoutwrak, danken hun karmijnrode kleur aan cochenilleluizen, een schildluis die leeft op schijfcactussen. Ook voor deze dure kleurstof moest men naar de andere kant van de wereld. De luizen komen voor in Mexico, de Caraïben en Zuid-Amerika. De goedkopere meekrap, waar bijvoorbeeld het achterpand van het rode lijfje mee is geverfd, komt wel uit Nederland.
Verf mengen
Schilders maakten hun eigen verf met pigmenten en lijnolie. Door het mengsel met een stamper heel stevig te wrijven op glad steen ontstaat een gekleurde pasta. Marmer is hier heel geschikt voor. Alweer een onderdeel van het verfproces wat van ver moest komen, want marmer kwam uit Italië. In de tentoonstelling Wereldreis is een marmeren plaat en stamper te zien, opgedoken uit het Palmhoutwrak. Ze zouden zó weer gebruikt kunnen worden!